De verleden tijd

Nori en Catalina:

Maandag leerden we de verleden tijd. Toen Ilke de regel uitlegde, zei Cato dat haar hoofd ging ontploffen van de regels!

Toen we begonnen, schreef Ilke het voorbeeld 'we praatten' op bord. Wij geloofden eerst niet dat dat zo geschreven werd.

Daarna snapten we het gelukkig toch en schreven we deze teksten in de verleden tijd.

Emmanuel, Sare en Amélie:

Het was vrijdag en we gingen met het vierde leerjaar naar de steenbakkerij .

Toen we aankwamen, liepen we langs allemaal bergen met zand en klei.

Toen bekeken we ovens waar het heel vochtig was.

Daarna gingen we naar nog een oven van wel 95 meter in het midden van de oven was er zelfs vuur en het was 180 graden we konden de vlammen zelfs zien!

We stapten terug naar de auto’s en we hadden bakstenen aan onze voeten. 

Jade en Sare:

Ann en Anke vertelden een leuk nieuwtje:

Nu al drie maanden verzwegen ze het.

Ann en Anke zijn zwanger!

Anke hoopte dat het een meisje is, maar Dirk een jongen.

Anke liet al een paar foto's zien en Ann ook.

Soms voelt Anke zich niet zo goed.

Cato en Rhune:

Op zaterdag 5 mei, was het schoolfeest.

Het onderwerp van dit jaar was techniek.

In het begin keken we naar een toneeltje waarin professor speelde.

Hij zei dat er allerlei proefjes te doen waren.

We gingen er direct naartoe.

We timmerden een flipperkast, snoepten van taartjes, vouwden vliegers...

We hadden heel veel gesnoept en onze buik ontplofte bijna.

Op het einde aten we nog van de barbecue.

Catalina:

Woensdag gingen we naar de bakkersmolen. Het was heel erg leuk!

Toen we aankwamen, stond er een vriendelijke meneer.

We waren erg benieuwd.

We bekeken de molen vanbinnen, tot boven.

De meneer legde uit hoe je de molen moest draaien.

Toen gingen we naar de bakkerij en viel ik hard op mijn knie.

Daarna vertrokken we terug naar school.

Elies en Lena:

Wij vertelden jullie graag over de techniekweek. 

In de derde graad kon je een raket maken.

We kregen een fles en versierden ze.

Daarna moesten we naar buiten. We deden water in de fles en schoten ze de lucht in!

In de klas maakten we ook een toren. Die was gemaakt van klei en rietjes. 

De toren moest erg stevig zijn, daarom gebruikten we driehoeken.