Pagina's

maandag 31 oktober 2011

Sprookjeswedstrijd GVA

De Gazet van Antwerpen organiseert een sprookjeswedstrijd.
Toen we hoorden dat we daarmee een tweedaagse uitstap naar de Efteling konden winnen, wilden we zeker meedoen!
We kregen zestien sprookjeswoorden en moesten daarmee een sprookje schrijven.
Dat is gemakkelijk! Zoals wij vrije teksten kunnen schrijven...

Maar hoe schrijf je nu met een hele klas één sprookje?
Eerst gingen we brainstormen rond de woorden. Iedereen kwam dan zijn of haar idee met zoveel mogelijk van de sprookjeswoorden aan de anderen vertellen.
Daarna stemden we op het leukste voorstel.
Dat voorstel bespraken we in de klas en verdeelden we in vier of vijf delen. Ieder groepje schreef één deel van het verhaal. De juf controleerde dan of de deeltjes mooi aan elkaar pasten.

Hier zie je ons werken aan de tekst.









Het resultaat mag er zijn!
Twee sprookjesboeken: eentje van het derde leerjaar en eentje van het vierde.



Wil je ook de sprookjes zelf lezen? Je vindt ze hieronder.
Veel leesplezier!

Derde leerjaar: De kikkerkoning
Er was eens een kikkerland in een groot bos. Daar heerste een kikkerkoning met een hele drukke job:
Er was een domme kikker die tegen palen aanliep en natuurlijk verzorgd moest worden.
De fopkikker gaf steeds fopcadeautjes aan de andere kikkers, die natuurlijk ontploften en waardoor de kikkers zwart werden. En dat is natuurlijk geen gezicht, zo’n zwarte kikker tussen al die groene.
De klunskikker liet vaak spullen vallen. Als dat een kaars was, schoot er wel eens een huis in brand.
Ja kan je inbeelden dat de kikkerkoning wel eens zin had in een rustige wandeling in het grote bos.

Tijdens één van die wandelingen plofte hij zich op een steen. Hij zat wat te denken aan zijn kikkerkoninkrijk en zuchtte.
Toen kwam er plots een fee aan, die liep rond de kikker en dacht diep na.
Ze vertelde de koning dat ze zijn verleden kende. Ze zei dat de kikker niet altijd kikker was, maar vroeger een echte mens was, een ruiter.
Een stoute heks had hem omgetoverd.
Gelukkig vertelde de fee ook hoe de betovering verbroken kon worden. Het enige wat hij kon doen, was een prinses kussen.

De kikkerkoning vertrok op zoek naar een echte prinses. Op tocht zag hij een kasteel, maar daar was geen prinses, dus ging hij verder. Het werd een avontuurlijke tocht langs een vulkaan.
Daar leefde een draak. De kikker liep er stilletjes langs en hoopte dat de draak hem niet zou opmerken, maar plots zat die achter hem aan.
De kikker rende voor zijn leven. Plots kwam er een jager tevoorschijn. Hij had een boog en schoot met een pijl de draak dood.
De kikker was heel opgelucht en zette zijn tocht verder.
Hij hoorde plots een geluid en werd al bang dat het weer een draak zou zijn. Maar het geluid klink veel mooier, als engelengezang. Dat kan niet anders dan een prinses zijn!

Die prinses had hij nodig! De kikkerkoning was zo klein dat hij enkel haar voeten kon zien. Mooie, koninklijke voetjes, in prachtige schoentjes… Nu moest de kikker er voor zorgen dat deze voeten op hem verliefd werden, dan zou de prinsessenmond hem wel willen kussen.
Als eerste poging, sprong de kikker bovenop de voeten. Maar de prinses gilde heel hard, stampte met haar voeten en slingerde zo de kikker weg, die in een boom belandde, net naast een zwarte raaf.
Hij verstopte zich dan maar achter een schattige eekhoorn en riep: “He, wil je me kussen?”. De prinses vond de eekhoorn zo schattig dat ze hem direct wilde kussen, ze boog ernaar toe en net toen haar lippen de eekhoorn zouden raken… duwde de kikker hem opzij! De lippen van de prinses raakten niet de eekhoorn, maar de kikker!

De  betovering werd verbroken en de kikker werd weer een ruiter en kon eindelijk het gezicht van zijn prinses zien!
Maar wat was ze lelijk! Ze had allemaal wratten op haar gezicht, een hele puntige kromme neus. Haar haar was lelijk naar boven opgestoken.
Nee, daar wou de ruiter zeker niet mee trouwen!

Er werd een groot feest gehouden om te vieren dat de kikker weer normaal was. Er waren taarten, snoep, fruit, chocolade.
De ruiter vond daar zijn oude paard terug, een echt wonder!
Natuurlijk kwam ook heel het kikkervolk kijken! Je kan al raden dat dat niet van een leien dakje liep. De domme kikker kreeg er weer een buil bij, er sprongen hier en daar zwarte kikkers rond. En dankzij klunskikker schoot er een taart in brand.
De brandweer kwam er al snel aan, maar er waren geen brandweermannen! Wie stond daar? Sneeuwwitje, Assepoester en Roodkapje! Toen de ruiter Roodkapje zag, werd hij stapelverliefd! En toen Roodkapje de ruiter zag, werd ook zij verliefd!
Ze leerden elkaar kennen en trouwden die avond al. Het feest werd nog leuker!
De fopkikker vertelde heel de avond mopjes.

De volgende dag kochten de ruiter en Roodkapje een droomkasteel met een diepe gracht vol water rond.


Vierde leerjaar: Het versteende koninkrijk
Heel lang geleden in een ver land was er een groot koninkrijk aan de rand van een bos.
Er woonde een gouden ruiter die met zijn paard vaak in het bos ging rijden.
Alles ging goed in het koninkrijk.
Maar aan de andere kant van het bos was er een klein huisje waar een heks woonde. Ze kwam nooit uit haar huisje, behalve in december bij volle maan. Het volk in het koninkrijk was dan altijd heel bang.

Op een zomerdag kwam Roodkapje voorbij het huisje van de heks gehuppeld. De heks zag dit als een kans om het koninkrijk te vervloeken. Ze betoverde Roodkapje met een drankje waardoor Roodkapje alle mensen en dieren in het koninkrijk ging verstenen.

De koning van het koninkrijk was de enige die niet versteend was en ging hulp halen in het bos. Hij wist dat daar een fee woonde die hem kon helpen om de betovering te verbreken.
Het was een avontuurlijke tocht. Hij struikelde over een boomstronk en viel in een modderplas. Daarna ging hij op een aap zijn staart staan en kreeg de hele groep boze apen achter zich aan.
Even later struikelde hij weer en viel in drijfzand. Hij riep om hulp, maar zag niemand behalve een kleine groene kikker. Die wilde hem wel helpen, maar enkel als de koning zijn droom zou waarmaken. Die droom was om eens een mooie prinses te kussen!
De koning vond dat wel goed, want hij had toch een dochter.
De kikker was zo sterk dat hij de koning in één keer uit het drijfzand haalde.
Samen gingen ze verder op zoek naar de fee. Ze vonden haar gelukkig snel, maar ze was aan het dagdromen. Ze maakten haar snel wakker en vertelden het hele verhaal.
Snel vertrokken ze terug naar het koninkrijk.

Toen de fee daar aankwam, zag ze inderdaad dat heel het volk versteend was. De koning vroeg hoe ze dit nu konden oplossen.
De fee dacht dat er wel een oplossing in haar sprookjesboek stond, maar ze wist niet meer waar dat lag. Ze was ook altijd zo slordig!
Ze dacht diep na en riep: “Ik weet het! Het ligt veilig in het toilet!”
Snel ging ze het halen en zocht de juiste oplossing. Ze hadden water, vuur en een droom nodig.
Ze keek in het toilet en zag al water. Met een lucifer maakte ze ook vuur.
Maar hoe kon ze nu een droom maken? Ze legde zich neer en ging alweer slapen.
Toen de koning zag dat ze droomde, zette hij het water aan de ene kant en het vuur aan de andere.
Plots begonnen alle versteende mensen terug te bewegen.

Het eerste wat ze deden was met z’n allen naar het bos gaan. Roodkapje wees de weg naar het huisje van de heks.
Toen de heks gevangen werd, vierden ze een groot feest in het kasteel van de koning.
Iedereen was blij dat de betovering verbroken was.
Om te eten waren er uitgeholde pompoenen met champignons, vingerchips, kaarsvet met spinnen en hertensatés met oorsmeer en lever van een everzwijn.
De fee at toch maar liever groentjes met sla, maar de mensen in het koninkrijk aten het wel allemaal graag.
Toen de fee dorst kreeg, gaf de koning haar kikkerdrilsap. Dat vond ze wel lekker en dronk alles op. De koning keek wel wat verdrietig dat alles op was, maar de fee kon nieuw sap toveren.
De fee en de koning dansten samen, tot de kikker hen kwam storen. Die wilde natuurlijk zijn mooie prinses kussen. De koning haalde zijn dochter, maar dat bleek een baby te zijn! De kikker keek heel teleurgesteld en de koning begon te lachen. Hij had nog een andere dochter met mooie lange zwarte haren. Die wilde de kikker wel kussen!
Zo gebeurde het en de kikker werd plots een prins! Het was een echt wonder! De prinses vond hem heel mooi.
Dat was niet het enige. De gouden ruiter kwam uit het bos terug en had een raaf bij omdat die verliefd was op zijn paard en andersom. Zelf werd hij verliefd op Roodkapje!
Twee jaar later trouwden ze zowel de prins en de prinses, de gouden ruiter en Roodkapje als de raaf en het paard.
We denken dat ze allen nog lang en gelukkig leefden, maar het kan ook zijn van niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten